Harry op de Laak

“Mijn schilderijen gaan over appelen en peren, over mooi of slecht weer, over vrouwen. Niet over de problemen die de mensheid bezighouden, niet over oorlogen, niet over honger in de wereld.
Mijn schilderijen gaan over de wereld heel dicht om mij heen.”

De werken van Harry op de Laak beslaan verschillende gebieden: keramiek, wandschilderingen, betonreliëfs, glasramen, gobelins. Zijn werk is toegepast in en rondom gebouwen en is opgenomen in rijks-, gemeentelijke en particuliere collecties in heel Nederland, onder meer in de collectie van het Limburgs Museum in zijn geboortestad Venlo, het Stedelijk Museum Amsterdam en Museum Henriette Polak in Zutphen.

Harry is wars van welke verbintenis dan ook. Integendeel, zijn schilderijen, weerspiegelen de eenvoudige vrije vreugde van kijken en werken en zijn daarom gerelateerd aan die van schilders die de natuur hebben ervaren -in zijn geval overwegend het natuurlijke landschap van zijn zo veel inheemse bodem Limburg – zoals Corot, Constable,Ruysdael en Verster. En de transfiguratie van het thema gaat uit van een artistieke volwassenheid, gebaseerd op een uitstekende techniek en een opmerkelijke creatieve drang.

Harry op de Laak werd geboren 1 Juni 1925 in Venlo, waar hij zijn eerste lessen kreeg van de schilder Sef Moonen. Van 1945 tot 1951 studeerde hij aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam; de laatste vier jaar van deze periode onder speciaal mentorschap van professor Heinrich Campendonk, die het initiatief nam hem in de decoratieve kunsten te introduceren.

Van 1973 tot 1985 was hij zelf professor, hoogleraar monumentale kunst, aan hetzelfde instituut. Daarna was hij woonachtig in zijn geliefde Limburg. Op 7 mei 2005 werd hij, tijdens de tentoonstelling naar aanleiding van zijn 80ste verjaardag in de Nieuwe Kerk, geridderd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Harry overleed in verpleeghuis Hornerheide in Horn op 16 januari 2012.